Statenvertaling
En de Thekoïetische vrouw zeide tot den koning: Mijn heer koning, de ongerechtigheid zij op mij en op mijns vaders huis; de koning daarentegen, en zijn stoel, zij onschuldig.
Herziene Statenvertaling*
Maar de vrouw uit Tekoa zei tegen de koning: Mijn heer koning, laat de ongerechtigheid op mij neerkomen en op het huis van mijn vader; laat de koning en zijn troon daarentegen onschuldig zijn.
Nederlands Bijbelgenootschap 1951**
De Tekoitische vrouw zeide tot de koning: De schuld, mijn heer de koning, komt op mij neer en op mijn familie; de koning en zijn troon gaan vrijuit.
King James Version + Strongnumbers
And the woman H802 of Tekoah H8621 said H559 unto H413 the king, H4428 My lord, H113 O king, H4428 the iniquity H5771 be on H5921 me, and on H5921 my father's H1 house: H1004 and the king H4428 and his throne H3678 be guiltless. H5355
Updated King James Version
And the woman of Tekoah said unto the king, My lord, O king, the iniquity be on me, and on my father's house: and the king and his throne be guiltless.
Gerelateerde verzen
1 Koningen 2:33 | Numeri 35:33 | 1 Samuël 25:24 | Genesis 27:13 | Matthéüs 27:25 | 2 Samuël 3:28 - 2 Samuël 3:29 | Deuteronomium 21:1 - Deuteronomium 21:9